Home> Deel 2>Hoofdstuk 5>Paragraaf 7

Paragraaf 7 Test jezelf, Hoofdstuk 5 Humanisme

Op deze 'Test jezelf' pagina kun je testen of je de stof van hoofdstuk 5 goed beheerst. Klik na het invullen van de test op 'bekijk score' om te zien welke vragen je goed en fout hebt beantwoord. Eventueel kun je de gehele test printen. (Klik daarvoor op 'download')
Succes!

Opdrachten

Vraag 1

Welke van de volgende beweringen is/zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 antwoorden juist/onjuist zijn.)

Zelfontplooiing en solidariteit zijn belangrijke waarden binnen het humanisme.
Waardigheid van de mens en de Bijbel zijn belangrijke waarden binnen het humanisme.
Vrijheid en solidariteit zijn belangrijke waarden binnen het humanisme.
Vrijheid en verdraagzaamheid zijn belangrijke waarden binnen het humanisme.
De antwoorden a. t/m d. zijn allemaal onjuist.

Vraag 2

Welke van de volgende beweringen is/zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 antwoorden juist/onjuist zijn.) Volgens het humanisme is de mens:

Een kwaadaardig wezen.
Een waardig wezen.
Een open wezen.
Een sociaal wezen.
De antwoorden a. t/m d. zijn allemaal onjuist.

Vraag 3

Welke van de volgende beweringen is/zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 antwoorden juist/onjuist zijn.) ‘De mens is een open wezen’ betekent:

dat de mens een sociaal wezen is;
dat de mens met zijn verstand een bijdrage kan leveren aan een betere wereld;
dat de mens een grote waardigheid bezit en gelijkwaardig is aan anderen;
dat het leven van een mens nauw verweven is met dat van anderen.
De antwoorden a. t/m d. zijn allemaal onjuist.

Vraag 4

Welke van de volgende beweringen is/zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 antwoorden juist/onjuist zijn.)

Volgens het humanisme heeft de mens zijn waardigheid van God ontvangen.
Volgens het humanisme zijn alle mensen gelijk voor zover ze de menselijke waardigheid bezitten.
Volgens een humanist heeft ieder mens recht van bestaan omdat hij door God is geschapen.
Volgens een humanist moet de mens zelf zin geven aan zijn leven, nergens staat vast hoe dat precies moet.
De antwoorden a. t/m d. zijn allemaal onjuist.

Vraag 5

Welke van de volgende beweringen is/zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 antwoorden juist/onjuist zijn.)

Voor een humanist is discrimineren in strijd met de gelijkwaardigheid van de mens.
Voor een humanist heeft verdraagzaamheid te maken met de ander in zijn waardigheid laten.
Origineel willen zijn, heeft gevaarlijke kanten waar het humanisme voor waarschuwt.
Dat de mens vrij is, houdt ook in dat je een ander vrij moet laten en vrij moet maken.
De antwoorden a. t/m d. zijn allemaal onjuist.

Vraag 6

Welke van de volgende beweringen is/zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 antwoorden juist/onjuist zijn.)

Het Humanistisch Verbond heeft tussen de 40.000 en 60.000 leden.
Bij een persoon die iemand in nood niet helpt, spreken we van een ‘passief humanist’.
De VARA en Humanitas zijn humanistische organisaties.
In Nederland noemt zich ongeveer een kwart van de bevolking ‘humanist’.
De antwoorden a. t/m d. zijn allemaal onjuist.

Vraag 7

Welke van de volgende beweringen is/zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 antwoorden juist/onjuist zijn.)

De letterlijke betekenis van het woord ‘humanisme’ heeft met ‘opnieuw geboren worden’ te maken.
Tijdens het eerste humanisme liet men zich inspireren door de Middeleeuwen.
De periode van het humanisme valt vóór de Renaissance.
Tijdens de Renaissance werd de periode van de klassieke oudheid weer populair.
De antwoorden a. t/m d. zijn allemaal onjuist.

Vraag 8

Welke van de volgende beweringen is/zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 antwoorden juist/onjuist zijn.)

Erasmus vond ‘geloof in God’ in strijd met het verstand.
‘De mens is de maat der dingen’: dat is echt een uitspraak van een humanist.
‘Een standpunt is niet waar omdat een autoriteit het verkondigt’: dat is echt een uitspraak van een humanist.
Erasmus heeft onder meer de bekende brug in Rotterdam ontworpen.
De antwoorden a. t/m d. zijn allemaal onjuist.

Vraag 9

Welke van de volgende beweringen is/zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 antwoorden juist/onjuist zijn.)

Erasmus schreef het boek 'Lof der zotheid'.
Michelangelo was een kunstenaar uit de Renaissance.
De periode van de Renaissance gaat aan de Middeleeuwen vooraf.
De Middeleeuwen is de periode van 500 tot 1500.
De antwoorden a. t/m d. zijn allemaal onjuist.

Vraag 10

Welke van de volgende beweringen is/zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 antwoorden juist/onjuist zijn.)

Religieuze humanisten zijn het er mee eens als binnen een religie onderscheid gemaakt wordt tussen dwaalleer en ware geloof.
We hebben gezien dat je christenen en moslims ook humanisten mag noemen.
Een agnost vindt het geloof in God in strijd met de menselijke redelijkheid.
Ongodsdienstige humanisten stellen dat je niets zinnigs over God kunt zeggen.
De antwoorden a. t/m d. zijn allemaal onjuist.

Vraag 11

Welke van de volgende beweringen is/zijn juist? (Er kunnen 1, 2, 3 of 4 antwoorden juist/onjuist zijn.)

Het zelfbeschikkingsrecht geldt voor een humanist voor alle onderwerpen behalve als het over leven en sterven gaat.
Volgens humanisten mag je iemand nooit dwingen om te sterven maar wel dwingen om in leven te blijven: de mens is immers een sociaal wezen.
Volgens een humanist heb je het recht zelf je leven in te richten, maar je moet daarbij wel rekening houden met anderen.
Als het over het zelfbeschikkingsrecht gaat, zijn humanisten en christenen het bijna altijd eens.
De antwoorden a. t/m d. zijn allemaal onjuist.